De wet kent verschillende soorten levensdelicten. Dit zijn misdrijven welke andermans dood tot gevolg hebben. Het maakt voor de vraag of tot een veroordeling kan worden gekomen en welke straf wordt opgelegd nog al wat uit of sprake is van bijvoorbeeld moord, doodslag of dood door schuld. Maar wat is nu precies het verschil tussen moord en doodslag? En wanneer kan gesproken worden van dood door schuld?
Moord is strafbaar gesteld in artikel 289 Wetboek van Strafrecht:
“Hij die opzettelijk en met voorbedachten rade een ander van het leven berooft, wordt, als schuldig aan moord, gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.”
Moord is dus het opzettelijk én met voorbedachten raad het beroven van het leven van een ander. Voorbedachte rade wijst op een moment van kalm overleg, van bedaard nadenken voorafgaand aan de uitvoering. Indien iemand daadwerkelijk een plan heeft om een ander van het leven te beroven en dit vervolgens ook doet kan gesproken worden van moord. Als iemand daarentegen een ander in een opwelling doodt, zal geen sprake zijn van moord. Moord is dus doodslag met voorbedachten rade. Het is aan het Openbaar Ministerie om te bewijzen dat sprake is geweest van voorbedachte rade. Een voorbeeld van moord is met een doorgeladen pistool naar iemand toe rijden met het plan om diegene dood te schieten en die persoon vervolgens ook daadwerkelijk doodschieten.
Moord wordt gerekend tot één van de meest ernstige delicten uit het strafrecht en is daarom ook bedreigd met de hoogste maximumstraf, levenslang. Naast levenslang kunnen er (tijdelijke) gevangenisstraffen worden opgelegd tot 30 jaar. Vaak willen mensen weten welke straf zij kunnen verwachten als zij worden verdacht van moord. Deze vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. Waar bij veel andere delicten richtlijnen voor het Openbaar Ministerie en oriëntatiepunten voor rechters bestaan, bestaan die voor moord niet. Vanwege de ernst van het delict zullen door het Openbaar Ministerie wel doorgaans onvoorwaardelijke gevangenisstraffen worden geëist. Welke straf uiteindelijk door de rechter wordt opgelegd zal zeer afhankelijk zijn van de specifieke omstandigheden in een individuele zaak.
Onze advocaten kunnen u vanaf het eerste moment in een gesprek van advies voorzien omtrent uw kansen en mogelijkheden in uw strafzaak. Na uw dossier te hebben bestudeerd kunnen zij u een realistische en eerlijke inschatting geven of op basis van het dossier tot een bewezenverklaring van moord kan worden gekomen, of een vrijspraak tot de mogelijkheden behoort, welke mogelijke straf de officier van justitie zal eisen en hoe hoog de eventuele straf zal zijn die de rechter uiteindelijk aan u zal opleggen.
Ook poging tot moord is strafbaar. Om te kunnen spreken van een poging tot moord is wel een begin van uitvoering vereist. Dit betekent dat indien er slechts sprake is van een wazig plan om iemand te vermoorden niet gesproken kan worden van een poging. Ook niet strafbaar is degene die zelf op enig moment nog besluit dat hij de moord niet doorzet. Dit moet overigens wel door de dader zelf zijn ingegeven en mag niet afhangen van factoren van buitenaf, zoals dat hij door iemand anders wordt tegengehouden.
Moord wordt gerekend tot één van de meest ernstige delicten van het Wetboek van Strafrecht. Indien u of iemand die u kent wordt verdacht van moord, is het van belang om vanaf het eerste moment – nog vóór het eerste verhoor – van gespecialiseerde rechtsbijstand gebruik te maken. Op die manier kunnen uw verdediging en verweer zo goed mogelijk worden ingestoken. De strafrechtspecialisten van Van Gessel Advocaten helpen u hierbij en bieden u rechtsbijstand tijdens de gehele strafzaak, van politieverhoor tot terechtzitting. Wij verdedigen zowel op basis van uurtarief als pro deo (toevoeging voor gefinancierde rechtsbijstand).
Doodslag is strafbaar gesteld in artikel 287 Wetboek van Strafrecht:
“Hij die opzettelijk een ander van het leven berooft, wordt, als schuldig aan doodslag, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.”
Doodslag is het opzettelijk, maar niet met voorbedachte rade, beroven van het leven van een ander. Het verschil tussen doodslag en moord is dus dat bij doodslag geen sprake is van een daadwerkelijk vooropgezet plan om een ander van het leven te beroven. Er is wel sprake van opzet. Een voorbeeld van doodslag is wanneer iemand tijdens een ruzie met zijn echtgenoot in een opwelling een mes van tafel pakt en daarmee zijn man of vrouw vervolgens (opzettelijk) doodsteekt. De betreffende persoon is die ochtend wellicht niet opgestaan met de gedachte om die dag zijn partner neer te steken, maar op het moment dat er wordt gestoken is er wel sprake van opzet. Er is sprake van opzet als de verdachte wist of had moeten weten dat je gedraging iemands dood zou kunnen veroorzaken. Het is aan het Openbaar Ministerie om te bewijzen dat de verdachte daadwerkelijk opzet heeft gehad op het doden van de ander. De rechter zal bij de beoordeling of sprake is van opzet dan naar een heleboel (juridische) factoren kijken, waarbij het uiteindelijk neerkomt op de vraag of de verdachte met zijn handelen de kans dat het slachtoffer zou komen te overlijden op de koop heeft toegenomen. Indien dat het geval is, zal over het algemeen sprake zijn van opzet op de dood. Als niet blijkt dat de verdachte opzettelijk iemand om het leven heeft gebracht, zal de rechter de verdachte moeten vrijspreken van doodslag.
De maximumstraf die op doodslag staat is 15 jaar. Vaak willen mensen weten wat voor straf zij kunnen verwachten als zij worden verdacht van doodslag. Deze vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. Waar bij veel andere delicten richtlijnen voor het Openbaar Ministerie en oriëntatiepunten voor rechters bestaan, bestaan die voor doodslag niet. Het is een delict dat maatwerk vergt. De rechter weegt bij het bepalen van de hoogte van de straf allerlei factoren mee, waaronder de persoon van de verdachte, de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en wat rechters in vergelijkbare zaken als straf hebben opgelegd.
De strafrechtspecialisten van Van Gessel Advocaten gevestigd in Amsterdam kunnen u vanaf het eerste moment in een gesprek van advies voorzien omtrent uw strafzaak. Na bestudering van uw dossier kunnen zij een eerlijke en realistische inschatting maken van uw kansen en mogelijkheden in de strafzaak, welke straf een officier van justitie mogelijk zal eisen en aan wat voor straf u moet denken welke de rechter uiteindelijk aan u zal opleggen.
Naast ‘gewone’ doodslag bestaat er ook gekwalificeerde doodslag. Gekwalificeerde doodslag is strafbaar gesteld in artikel 288 van het Wetboek van Strafrecht. Er is sprake van gekwalificeerde doodslag indien de dader voorafgaand, tijdens of na het plegen van een ander strafbaar feit doodslag heeft gepleegd om de uitvoering van dat andere strafbare feit voor te bereiden, te vergemakkelijken of om de kans op betrapping te verkleinen. Een voorbeeld hiervan is wanneer tijdens een gewapende overval iemand wordt doodgeschoten. Gekwalificeerde doodslag wordt in Nederland strenger bestraft dan de reguliere doodslag. De maximale gevangenisstraf op gekwalificeerde doodslag is 30 jaar.
Het komt regelmatig voor dat poging tot doodslag ten laste wordt gelegd naast mishandeling. Dit gebeurt bij gevallen waar het Openbaar Ministerie vindt dat sprake is van een dusdanig ernstige mishandeling dat dit moet worden gezien als een poging om iemand van het leven te beroven. Als de rechter het daar mee eens is kan een veroordeling voor poging tot doodslag volgen. Als de poging tot doodslag naar het oordeel van de rechter niet bewezen kan worden, kan nog wel veroordeling volgen voor bijvoorbeeld (zware) mishandeling, of poging zware mishandeling.
Indien u als verdachte van doodslag bent aangemerkt of indien iemand in uw omgeving van doodslag wordt verdacht, is het van belang om vanaf het eerste moment – nog vóór het eerste verhoor – van gespecialiseerde rechtsbijstand gebruik te maken. Op die manier kunnen uw verdediging en verweer zo goed mogelijk worden ingestoken. Indien bijvoorbeeld blijkt dat geen sprake is van opzet op de dood maar van een ongelukkige samenloop van omstandigheden, zal de rechter u moeten vrijspreken. Ook kan er sprake zijn van een situatie waarin u heeft gehandeld uit zelfverdediging (noodweer) en zal om die reden geen veroordeling volgen. De strafrechtspecialisten van Van Gessel Advocaten gevestigd in Amsterdam helpen u en bieden u rechtsbijstand tijdens de gehele strafzaak, van politieverhoor tot terechtzitting. Wij verdedigen zowel op basis van uurtarief als pro deo (toevoeging voor gefinancierde rechtsbijstand).
Dood door schuld is strafbaar gesteld in artikel 307 Wetboek van Strafrecht:
“1. Hij aan wiens schuld de dood van een ander te wijten is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie;
2. Indien de schuld bestaat in roekeloosheid, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.”
Er is sprake van dood door schuld als door uw handelen of nalaten een ander komt te overlijden. Onder schuld wordt verstaan verwijtbaar gedrag. U heeft geenszins de opzet gehad om de ander van het leven te beroven, maar de dood van een ander is wel aan uw schuld te wijten. Bij beschuldiging van dood door schuld zal vaak sprake zijn van nalatig of risicovol gedrag van de verdachte. Roekeloosheid en onoplettendheid zijn voorbeelden van schuld. Een (bekend) voorbeeld van dood door schuld is de zaak van een verpleegster die niet oplet en per ongeluk een verkeerde injectie aan de dokter geeft waardoor een patiënt overlijdt.
Bij dood door schuld is zoals gezegd geen sprake van opzettelijke levensberoving. In die zin verschilt dood door schuld dus in sterke mate van moord of doodslag, waar juist wel sprake is van het opzettelijk om het leven brengen van een ander. De maximale strafbedreiging op dood door schuld is dan ook beduidend lager dan die van moord of doodslag.
De maximale strafbedreiging op dood door schuld is een gevangenisstraf van 2 jaar. Waar bij veel andere delicten richtlijnen voor het Openbaar Ministerie en oriëntatiepunten voor rechters bestaan, bestaan die bij dood door schuld niet. Dit delict vergt maatwerk. Welke straf uiteindelijk door de rechter wordt opgelegd zal zeer afhankelijk zijn van de specifieke omstandigheden in een individuele zaak, zoals de omstandigheden waaronder het feit is begaan, de persoon van de verdachte en straffen die rechters in gelijksoortige zaken hebben opgelegd.
Onze advocaten kunnen u vanaf het eerste moment in een gesprek van advies voorzien omtrent uw kansen en mogelijkheden in uw strafzaak. Na uw dossier te hebben bestudeerd kunnen zij u een realistische en eerlijke inschatting geven of op basis van het dossier tot een bewezenverklaring van dood door schuld kan worden gekomen, of een vrijspraak tot de mogelijkheden behoort, welke mogelijk straf de officier van justitie zal eisen en hoe hoog de straf zal zijn die de rechter eventueel aan u zal opleggen.
Indien u als verdachte van dood door schuld bent aangemerkt of indien iemand in uw omgeving daarvan wordt verdacht, is het van belang om vanaf het eerste moment – nog vóór het eerste verhoor – van gespecialiseerde rechtsbijstand gebruik te maken. Op die manier kunnen uw verdediging en verweer zo goed mogelijk worden ingestoken. Een vrijspraak voor dood door schuld is bijvoorbeeld goed mogelijk indien u het risico dat een ander door uw handelen zou kunnen te komen overlijden niet kende, niet hoefde te kennen of wanneer u zich wel voldoende heeft ingespannen en dus geen sprake is van nalatigheid. De strafrechtspecialisten van Van Gessel Advocaten helpen u en bieden u rechtsbijstand tijdens de gehele strafzaak, van politieverhoor tot terechtzitting. Wij verdedigen zowel op basis van uurtarief als pro deo (toevoeging voor gefinancierde rechtsbijstand).