Fraude is een verzamelnaam voor verschillende bekende en minder bekende misdrijven. Fraudedelicten zijn bijvoorbeeld valsheid in geschrifte, identiteitsfraude, internetfraude en allerlei soorten van sociale zekerheidsfraude. De meest voorkomende en in het oog springende fraudedelicten zijn witwassen en oplichting.
Witwassen is het uitvoeren van transacties om de illegaliteit van de geldsommen te maskeren. Het doel van witwassen is om illegaal verkregen vermogen te kunnen besteden of investeren zonder dat (bewezen) kan worden dat het verkrijgen illegaal was. Het volgende voorbeeld maakt dit duidelijk:
Een crimineel verdient veel geld met de handel in cocaïne. Hij wil dit geld gebruiken om te investeren in de bovenwereld zodat hij zijn levensstijl kan financieren zonder hiermee in de problemen te komen. Een mogelijkheid is bijvoorbeeld om een bedrijf te openen (horecabedrijf, nagelstudio, massagesalon, zonnestudio etc. etc.). De omzet van het opgerichte bedrijf wordt kunstmatig hoog gehouden en gevoed met contante illegale verdiensten. Hiermee lijkt het alsof het geld op legale wijze is binnengekomen. Er wordt belasting over betaald en zo kan de crimineel van zijn door cocaïnehandel verdiende geld leven. Witwassen kan echter ook veel ingewikkelder vormen aannemen en heeft vaak een internationaal karakter waarbij in verschillende landen via bedrijven geld wordt weggesluisd.
De witwasbepalingen hebben echter een veel breder bereik en beperken zich zeker niet alleen tot het (traditionele) witwassen.
Er is ook sprake van witwassen wanneer iemand een auto koopt met geld dat hij heeft verdiend met zwart werken, namelijk geld dat niet is opgegeven aan de fiscus, of als iemand met vervalste documenten een hypotheek aanvraagt en daarmee een huis koopt.
Witwassen kan dus allerlei verschillende vormen aannemen. Hoewel witwassen meestal gaat over geld is het Nederlandse begrip witwassen nog breder, zo kunnen voorwerpen (huizen) en rechten (exploitatierechten) ook worden witgewassen.
Het witwassen wordt gezien als een proces dat uit drie fasen bestaat.
• De eerste fase bestaat uit het plaatsen van het contante geld in het financiële systeem, zoals een contante storting op een bankrekening.
• De tweede fase is de verhullingsfase. Hierbij wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van overboekingen naar verschillende bankrekeningen in Nederland en/of het buitenland.
• In de derde fase worden de opbrengsten besteed. Er worden bijvoorbeeld luxe goederen van gekocht of er wordt geïnvesteerd in de bovenwereld.
Jaarlijks wordt in Nederland voor vele miljarden euro’s aan crimineel geld witgewassen. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij drugshandel, oplichting, financiële en fiscale fraude. Het Openbaar Ministerie heeft de opsporing en vervolging van witwassen prioriteit gegeven. In een per 1 maart 2015 in werking getreden richtlijn (Richtlijn voor Strafvordering Witwassen, 2015RO52) heeft het Openbaar Ministerie geprobeerd om meer uniformiteit en bekendheid te geven aan de strafeisen in witwaszaken. Het Openbaar Ministerie maakt hierbij onderscheid tussen de eenvoudige witwasser (katvanger, gelddrager etc.), degene die het misdrijf zelf pleegt en de facilitator, een volgens het Openbaar Ministerie onmisbare schakel in de georganiseerde criminaliteit. Uit de genoemde richtlijn blijkt dat de eisen in witwaszaken kunnen variëren van gevangenisstraffen voor de duur van 5 weken tot 48 maanden in het geval van een facilitator die een bedrag witwast van 1 miljoen euro.
De strafbaarstelling van witwassen is geregeld in art. 420bis e.v. van het Wetboek van Strafrecht. Op de meest eenvoudige vorm van witwassen staat een maximum gevangenisstraf voor de duur van 2 jaar en een geldboete van € 74.000,-. Dit kan oplopen tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar of een geldboete van € 74.000,- in het geval een verdachte een gewoonte heeft gemaakt van witwassen.
Indien u of iemand die u kent verdacht wordt van witwassen in het voor het verdere vervolg van uw strafzaak raadzaam om vanaf het allereerste moment een ervaren strafrecht advocaat in te schakelen. Van Gessel Advocaten staat verdachten bij tijdens verhoren van bijvoorbeeld de FIOD, verleent bijstand bij doorzoekingen, onderhoudt contacten met de FIOD en de officier van justitie en zoekt altijd naar mogelijkheden om de strafrechtelijke vervolging te beëindigen door middel van een transactie.
Oplichting is een vorm van bedrog. Het is een misdrijf waarbij de verdachte een ander ontdoet van geld of waardevolle goederen.
Oplichting is strafbaar gesteld in art. 326 van het Wetboek van Strafrecht. Op oplichting staat een maximale gevangenisstraf voor de duur van vier jaar of een geldboete van € 78.000,-. Daarnaast kan iemand het recht worden ontnomen om bepaalde beroepen uit te oefenen, waaronder zijn eigen beroep. Ook kan de rechter besluiten om de uitspraak niet anoniem te publiceren, maar inclusief de naam van de veroordeelde.
Een duidelijk voorbeeld van oplichting is bijvoorbeeld iemand die verkleed als medewerker van DHL/UPC/Post NL bij mensen pakketten bezorgt, maar bij aflevering vraagt om hun pinpas in een apparaat te stoppen en hun pincode in te voeren omdat er nog een klein bedrag moet worden betaald voor deze aflevering. Dit apparaat kopieert echter de bankgegevens en vervolgens worden bedragen afgehaald van de bankrekening van de nietsvermoedende persoon. Uiteraard was de DHL/UPC/Post NL-medewerker niet een echte vertegenwoordiger maar deed hij zich voor alsof, hij probeerde geld af te troggelen.
Er zijn vele soorten oplichting. Ook bekend zijn netwerken waarbij mensen en bedrijven uit Afrika via internet en e-mail vragen om bijvoorbeeld geld over te maken naar een bankrekening of vragen of iemand zijn bankrekeningnummer geeft zodat daarop geld kan worden gestort.
Zo kent de wet ook faillissementsfraude: iemand die failliet is zorgt ervoor dat zijn spullen weg zijn waardoor schuldeisers/de curator geen beslag meer kunnen leggen op die spullen of identiteitsfraude waarbij iemand gebruik maakt van andermans persoonsgegevens.
Naast de (gewone) oplichting bestaan er nog een aantal aanverwante vormen die in de wet vallen onder de titel ‘bedrog’ en onder de titel ‘Benadeling van schuldeisers of rechthebbenden’. Onder bedrog vallen bijvoorbeeld het vervalsen van de naam van een kunstenaar (twee jaar gevangenisstraf), bedrog bij de verzekering (één jaar gevangenisstraf), bedrog bij verkoop van objecten waarbij iets anders wordt geleverd (één jaar gevangenisstraf) en bedrog bij levens- of geneesmiddelen (drie jaar gevangenisstraf).
Onder benadeling van schuldeisers of rechthebbenden valt onder andere de opzettelijk benadeling bij faillissement (één tot zes jaar gevangenisstraf), bepaalde handelingen door het bestuur tegen de statuten van een rechtspersoon (geldboete van € 78.000,-) of onttrekking van een goed aan de rechthebbende zoals de hypotheekhouder (anderhalf jaar gevangenisstraf).
Oplichting is een misdrijf dat een brede omschrijving heeft in de wet. Wanneer u wordt verdacht van oplichting is het verstandig om zo snel mogelijk contact op te nemen met Van Gessel Advocaten. Hoe eerder u dit doet, hoe beter dit is voor de verdediging. Vanaf het eerste verhoor staan wij u bij en onderhouden voor u contacten met de politie en het Openbaar Ministerie en zorgen er zo nodig voor dat in een vroeg stadium strafrechtelijke vervolging wordt beëindigd bijvoorbeeld door middel van een transactie.