In Nederland geldt de vrijheid van meningsuiting, maar dat betekent niet dat iedereen straffeloos alles mag zeggen. Het Wetboek van Strafrecht kent een aantal bepalingen waarin de vrijheid van meningsuiting wordt ingeperkt. Bijvoorbeeld artikel 285 waarin bedreiging strafbaar wordt gesteld, artikel 266 waarin belediging strafbaar wordt gesteld en artikel 137c. Dit laatste artikel gaat over belediging van groepen mensen, vaak aangeduid als discriminatie.
Niet elke bedreiging is strafbaar. In artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht is bepaald welke bedreigingen strafbaar zijn. Het moet gaan om een bedreiging met de dood, zware mishandeling, verkrachting, aanranding, brandstichting, openlijke geweldpleging, geweld tegen een internationaal beschermd persoon of zijn of haar goederen, of bedreiging met een misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen of de verlening van diensten gevaar loopt. Daarnaast is apart nog bedreiging met een terroristisch misdrijf strafbaar gesteld. De meeste zaken gaan echter over bedreiging met de dood of zware mishandeling.
Voor een strafbare bedreiging moet er sprake zijn van een bedreiging met één van de hierboven genoemde misdrijven. Of van zo’n bedreiging gesproken kan worden hangt af van de omstandigheden van het geval. Er moet sprake zijn van een bedreiging die naar zijn aard en omstandigheden ‘redelijke vrees’ kón opwekken dat het misdrijf waarmee werd gedreigd ook daadwerkelijk zou worden gepleegd. Het is daarvoor niet nodig dat degene die bedreigd zou zijn ook echt bang werd. Het gaat erom dat de bedreiging zodanig was, en onder zodanige omstandigheden was gedaan, dat die in algemene zin redelijke vrees kon opwekken. De bedreiging moet degene die bedreigd is wel bereikt hebben.
Te algemene uitlatingen vormen geen bedreiging in de zin van artikel 285 Wetboek van Strafrecht. De uitroep ‘Die kankerwouten, die teringlijers moeten ze allemaal afmaken’ is bijvoorbeeld geen bedreiging omdat die te algemeen is.
Het is moeilijk in zijn algemeenheid aan te geven wat voor straffen er staan op bedreigingen. De maximum straffen variëren afhankelijk van wat voor soort bedreiging is geuit van 2 tot 6 jaar. Zulke hoge straffen zie je in de praktijk gelukkig niet terug. Rechters hebben onderling richtlijnen voor de strafmaat in bedreigingszaken afgesproken. Voor een ‘gewone’ bedreiging komen die uit op een geldboete van €250,00. Als bij die bedreiging ook een (nep)vuurwapen wordt getoond komen de richtlijnen echter uit op 4 maanden gevangenisstraf. Hierbij moet worden opgemerkt dat dit slechts richtlijnen zijn. Het strafrechtelijk verleden van de verdachte, de precieze omstandigheden van het geval, eventuele latere verzoening en andere factoren worden bij beoordeling van het individuele geval meegewogen. Advocaten van Van Gessel Advocaten kunnen na een gesprek in specifieke zaken goed inschatten wat de eis van de officier van justitie zal zijn en met wat voor straf rekening moet worden gehouden mocht een veroordeling volgen.
Een belediging is een uitlating waardoor iemand in een ongunstig daglicht wordt gesteld. Die uitlating kan mondeling of schriftelijk worden gedaan of bijvoorbeeld door middel van een afbeelding. Het kan ook een gedraging zijn, zoals naar iemand spugen of het opsteken van een middelvinger. Die belediging kan in het openbaar worden geuit, tegen de persoon die wordt beledigd of door het versturen van een tekst, filmpje of afbeelding.
Voor een strafbare belediging is het niet per se nodig dat degene die beledigd is zich ook beledigd heeft gevoeld. Voldoende is dat opzettelijk iemand zijn eer of goede naam wordt aangerand. Het maakt daarbij ook niet uit of de belediging succes had en daadwerkelijk de eer of goede naam van iemand is aangetast. Toch zal het in de praktijk zo zijn dat alleen vervolgd wordt als iemand zich ook daadwerkelijk beledigd voelt. Vervolging gebeurt namelijk alleen op verzoek van de beledigde, het is een zogeheten klachtdelict. Uitzonderingen daarop zijn de belediging van een ambtenaar die aan het werk is, de belediging van het openbaar gezag of de belediging van de Koning, Koningin, Kroonprinses of een lid van de regering van een bevriende staat.
Het beledigend karakter van een uitlating kan wegvallen door de context waarin die is geuit. Is de belediging bijvoorbeeld geuit in het kader van een publiek debat dan kan daarmee het beledigende karakter van die uitlating wegvallen.
Smaad en laster zijn speciale vormen van belediging. Smaad is het doelbewust slechte dingen zeggen over een ander met het doel dat dit anderen ter ore komt (bijvoorbeeld via Facebook). Er is sprake van smaad als u iemand beschuldigt van iets, waarbij het niet gemakkelijk vast te stellen is of hetgeen u beweert waar is. Zelfs indien u door het aan het licht brengen van de waarheid iemands goede eer en naam aantast, kan het zijn dat u strafbaar bent aan smaad. Laster is smaad waarbij degene die de uitlating doet weet dat het niet waar is. Je beschuldigt dus iemand van onware feiten.
Het is moeilijk in zijn algemeenheid aan te geven wat voor straffen er staan op belediging. De maximumstraffen variëren afhankelijk van wat voor soort belediging is geuit en tegen wie die is geuit van 32 maanden tot 3 maanden gevangenisstraf. Zulke hoge straffen zie je in de praktijk gelukkig niet terug. Rechters hebben onderling richtlijnen voor de strafmaat in beledigingszaken afgesproken. Voor een gewone belediging komen die uit op een geldboete van €150,00. Deze straf wordt met een derde verhoogd als het gaat om belediging van politieagenten, toezichthouders, mensen die werken in het openbaar vervoer en hulpverleners. Daarbij zeggen de richtlijnen dat bij het bepalen van de hoogte van de straf in het individuele geval ook gelet wordt op in hoeverre de opmerking als kwetsend is ervaren. Dat maakt voor de strafbaarheid dus niet uit, maar wel voor de strafmaat. Bij het gebruik van deze richtlijnen moet sowieso worden bedacht dat het slechts richtlijnen zijn. Het strafrechtelijk verleden van de verdachte, de precieze omstandigheden van het geval, eventuele latere verzoening en andere factoren worden in het individuele geval meegewogen. Advocaten van Van Gessel Advocaten kunnen na een gesprek in specifieke zaken goed inschatten wat de eis van de officier van justitie zal zijn en met wat voor straf rekening moet worden gehouden als iemand veroordeeld wordt.
Degene die een groep mensen vanwege hun ras, godsdienst, seksuele geaardheid of handicap beledigt, maakt zich schuldig aan ‘groepsbelediging’. In de volksmond wordt dit ook wel discriminatie genoemd. Artikel 137c van het Wetboek van Strafrecht stelt deze vorm van belediging strafbaar. Dit artikel vormt dus een uitzondering op de vrijheid van meningsuiting. Het is niet altijd op voorhand duidelijk wanneer de strafrechter zal oordelen dat een onderscheid wordt gemaakt op basis van ras, geloof, seksuele geaardheid of een handicap en wanneer dus sprake is van een strafbare uitlating. Uitlatingen in het kader van het publieke debat zullen in zijn algemeenheid eerder getolereerd worden. Ook kunstenaars kunnen over het algemeen verder gaan in hun uitlatingen dan ‘gewone’ burgers. Waar precies de scheidslijn ligt moet worden beoordeeld aan de hand van de feiten of omstandigheden van het concrete geval. Als u beschuldigd wordt van discriminatie kunt u daarom het beste een afspraak maken met een van onze advocaten. Zij kunnen u dan aan de hand van de concrete omstandigheden van het geval voorlichten over of uw uitlating strafbaar is of niet.
Ook het aanzetten tot haat, discriminatie of geweld tegen mensen op basis van hun ras, godsdienst, seksuele geaardheid of handicap is strafbaar. Daarnaast is het verspreiden van een uitlating die discriminerend is of aanzet tot haat of geweld tegen bepaalde groepen eveneens strafbaar. Daarbij gaat het dus om het verspreiden van de uitlatingen van een ander. Dat kan op allerlei manieren zoals bijvoorbeeld via sociale media, whatsapp, het uitdelen of bezorgen van brieven of het verkopen van boeken.
Het is moeilijk in zijn algemeenheid aan te geven wat voor straffen er staan op discriminatie. De maximumstraf is 2 jaar. In de praktijk wordt het strafmaximum gelukkig nooit opgelegd. Straffen worden steeds bepaald aan de hand van de omstandigheden van het geval en de persoon van de dader. Daarbij speelt bijvoorbeeld mee of iemand al wel eens eerder is veroordeeld en ook of er bijvoorbeeld excuses zijn aangeboden. De advocaten van Van Gessel Advocaten gevestigd in Amsterdam kunnen na een gesprek in specifieke zaken goed inschatten wat de eis van de officier van justitie zal zijn en met wat voor straf rekening moet worden gehouden als iemand wordt veroordeeld.