Wat mag ik (niet) tegen een agent zeggen?

Tegenwoordig heerst er enige verwarring over wat men nou wel of niet mag zeggen tegen een agent. Een agent is een ambtenaar in functie en in beginsel is het strafbaar om deze te beledigen. Burgers mogen elkaar overigens ook niet beledigen, maar voor het beledigen van een agent geldt een hogere straf.[1] In deze blog zal ik aandacht besteden aan dit onderwerp.

Waar in de wet?

Allereerst is het goed om te weten op basis waarvan belediging strafbaar is in Nederland. Dit is op basis van het artikel 266 van het wetboek van strafrecht. Eenvoudige belediging wordt hierin als volgt uitgelegd:

Elke opzettelijke belediging (kan) […] hetzij in het openbaar mondeling of bij geschrift of afbeelding, hetzij iemand, in zijn tegenwoordigheid mondeling of door feitelijkheden, hetzij door een toegezonden of aangeboden geschrift of afbeelding, aangedaan.”

Het ligt niet aan u als u door dit artikel nog steeds niet begrijpt wat belediging nu precies inhoudt. Het artikel wordt gekenmerkt door vaagheid, want wanneer is een uitlating dan een opzettelijke belediging? Het zegt in ieder geval dat belediging zich niet enkel beperkt tot het uiten van scheldwoorden, maar heel meer dan dat ook niet. Daarom zal ik aan de hand van de rechtspraak proberen uit te leggen wanneer er sprake is van belediging.

Rechtspraak

De hoogste rechterlijk instantie van ons land, de Hoge Raad, bepaalde in het begin van de 20ste eeuw dat een uitlating zelf eerst een beledigend karakter moest hebben, voordat er sprake kon zijn van een strafbare belediging. Dit kwam voor het eerst naar voren in het zogenaamde kraai-arrest van  21 april 1902. In die zaak werden enkele agenten tijdens het surveilleren uitgemaakt voor “kraai” met de bijbehorende geluiden “Ka-Ka”. De Hoge Raad oordeelde dat het woord “kraai” niet zomaar een beledigend karakter kreeg, doordat men het gebruikte als een scheldwoord en dus met het opzet deed om hen te beledigen. Volgens de Hoge Raad moest het bij een belediging gaan om “een uitdrukking waardoor iemands eergevoel kan worden gekwetst of in de ogen van anderen kan worden verminderd en hij alzoo in zijn goeden naam kan worden aangerand”. Aan dit vereiste voldeed het woord ’kraai’ in ieder geval niet en werd de verdachte vrijgesproken.

Van dit principe stapte de Hoge Raad in de decennia hierna beetje bij beetje af. In 2000 oordeelde een politierechter te Almelo wel nog in het licht van het kraai-arrest dat ‘de betiteling ‘Joden’ niet anders [is] dan de aanduiding van een volk, dan wel van een groep geloofs- of cultuurgenoten en dan ook evenmin beledigend als de naamgevingen ‘Angelsaksen’, ‘Christenen’ enzovoorts.’ Het feit dat de term gebruikt werd als scheldwoord maakte niet dat sprake was van strafbare belediging en de verdachte werd vrijgesproken. Toch lijkt de Hoge Raad in 2004 definitief te hebben afgerekend met het kraai-arrest. In die zaak werd een agent ‘homofiel’ genoemd nadat hij de verdachte had aangesproken op wildplassen.[2] Het verweer van de advocaat was dat het woord slechts naar een seksuele geaardheid verwijst en een neutrale betekenis heeft (verwijzing kraai-arrest). Volgens de Hoge Raad kon het woord in de context (indien het wordt gebruikt als scheldwoord) echter wel degelijk iemands integriteit aan tasten en dus worden beschouwd als een opzettelijke belediging.

Uit de rechtspraak is duidelijk geworden dat de Hoge Raad een uitlating tegenwoordig als beledigend beschouwd indien zij de strekking heeft om de ander aan te randen in zijn eer en goede naam. Anders dan het kraai-arrest moet men zich nu dus afvragen of de uitlating een belediging oplevert in de context waarin die uitlating is gedaan.

Bij scheldwoorden is dit vrijwel altijd het geval. Het zeggen van: “klerewijf, kankerhoer, teringlijer, joe ma pang-pang! (je moeder is een hoer)” tegen een parkeerbon uitschrijvende agent wordt door ons hoogste rechtscollege dus zonder twijfel als beledigend geacht.[3]

Bij andere woorden is er niet direct een eenduidig antwoord te geven. Het bekendste voorbeeld is waarschijnlijk de uitlating “mierenneuker”. Een agent voor mierenneuker uitmaken lijkt namelijk in sommige gevallen toegestaan. In 2012 oordeelde de Hoge Raad dat het niet strafbaar was om een agent in dat geval een mierenneuker te noemen.[4] De verdachte noemde de agent in het openbaar een mierenneuker nadat deze een biertje van hem afpakte. De verdachte gaf als verklaring dat hij daarmee bedoelde dat hij het kinderachtig vond van de agent en het niet beledigd bedoelde naar de agent. De Hoge Raad oordeelde dat het gerechtshof (lagere rechter) onvoldoende had gemotiveerd waarom de uitlating in deze context beledigd was en vernietigde de veroordeling van het gerechtshof. Deze overwinning was helaas niet van lange duur. In dezelfde zaak besloot de Hoge Raad namelijk drie jaar later dat er tóch sprake was van een belediging. De belangrijkste omstandigheden hiervoor leek dat de uitlating in het openbaar was gedaan ten overstaan van anderen (publiek). In dat geval wordt er door rechters veelal vanuit gegaan dat het dan gezegd wordt om het gezag van de agent te ondermijnen.

De conclusie die ik op basis van de rechtspraak moet trekken is dat we weinig meer tegen agenten mogen zeggen, indien dit kan worden geïnterpreteerd als een scheldwoord. De context van de zaak zal hierbij van belang zijn. Is de uitlating bedoeld om te beledigen of een feitelijke constatering? Als u een agent dom noemt na het verkrijgen van een bekeuring zal dit doorgaans een belediging opleveren, maar de agent die u dom noemt nadat hij benzine in plaats van diesel in zijn dienstwagen gooit zal geen problemen opleveren.

Dat het uitschelden van agenten daadwerkelijk tot een gang naar de strafrechter zal leiden lijkt echter in de meeste gevallen klein. Het juridisch vakblad Delikt en Delinkwent publiceerde in 2011 een onderzoek naar de beoordeling van officieren van justitie in zaken waarbij grove scheldwoorden tegen agenten werden geuit.[5] “Klootzak” en “teringlijer” werden door alle parketten vrijwel allemaal afgedaan met een boete. Het woord “mierenneuker” stuitte echter wel op willekeur. De ene officier legt een boete op, de ander seponeert weer wegens ‘gering feit’. Volgens het onderzoek kunnen de woorden “pannenkoek”, “wijsneus” of “koekenbakker” wel redelijk veilig tegen een agent gezegd worden. Op basis van mijn blog weet u nu wel dat dit ongeacht de straf waarschijnlijk wel gewoon strafbaar is.

[1] Artikel 267 in de aanhef en onder 2 wetboek van strafrecht

[2] HR 6 januari 2004, LJN AN8498

[3] HR 17-11-1993, NJ 93 275, m.n. Th.W. van Veen.

[4] ECLI:NL:PHR:2012:BV9188

[5] Delikt en Delinkwent, 1-4-2011 door B.M. Blom.

Fill 2 Created with Sketch. Terug naar overzicht