@ Openbaar Ministerie: een beetje etherdiscipline graag
Als je wilt kan je opstaan met Marc Teurlings bij WNL, thuiskomen met Mariëlle van Essen bij RTL Boulevard en naar bed met Gerard Spong bij Pauw. De weekendbijlage van het Parool had deze week een groot interview met Bénédicte Ficq. Judas, het boek van Astrid Holleeder over haar criminele broer, was het best verkochte boek van 2016. Vier weken lang keken meer dan een half miljoen mensen naar De Maatschap, een serie die (niet) over de familie Moskowicz ging. Het strafrecht staat nogal in de aandacht. Het volk lijkt ervan te smullen. De strafrechtadvocaat staat ook nogal in de belangstelling. Sommige smullen daar ook zichtbaar van.
Het is met al die aandacht voor het strafrecht niet gek dat ook het Openbaar Ministerie naar buiten treedt. Als zij in de media verschijnen verwacht ik van hen, anders dan van advocaten, echter wel dat ze het hele verhaal vertellen. Daarom had ik grote moeite met het optreden van officier van justitie Van Veghel in Nieuwsuur afgelopen week.
Het halve verhaal
Hij zat daar om aan te kondigen dat hij 12 verdachten van terrorisme wil vervolgen buiten de aanwezigheid van de verdachten. Het betreft mensen die zich volgens het Openbaar Ministerie in het strijdgebied in Syrië of Irak bevinden. Nog voordat ze zijn teruggekeerd hoopt het Openbaar Ministerie de strafzaken te hebben afgedaan. Als argument werd genoemd dat ze na een veroordelend vonnis meteen bij aankomst in Nederland konden worden opgesloten en zo dus geen risico voor de samenleving zouden zijn. Dat is maar de helft van het verhaal. Het hele verhaal is dat als er genoeg bewijs tegen deze mensen ligt, er ook genoeg verdenking tegen hen is om ze in bewaring te stellen en dat er dan ook genoeg ernstige bezwaren zijn om ze tot de inhoudelijke behandeling van hun strafzaak vast te houden. Een veroordelend vonnis is dus helemaal niet nodig om deze verdachten meteen bij aankomst in Nederland op te sluiten.
Op basis van dat hele verhaal, is opeens niet uit te leggen waarom het in artikel 6 EVRM besloten liggende aanwezigheidsrecht zou moeten worden geschonden. Afgelopen week onderstreepte het EHRM in de zaak Hokkeling v. The Netherlands het belang van dat aanwezigheidsrecht nog eens. Het is dan ook goed denkbaar dat de rechtbank de zaken zal aanhouden tot de verdachten ten minste op de hoogte zijn van de zitting. Door het beeld dat Van Veghel opriep bij Nieuwsuur zal de rechtbank die logische beslissing echter veel moeilijker aan ‘de gewone burger’ kunnen uitleggen. Als de rechtbank daarbij verwijst naar het EHRM vrees ik zelfs dat dit al snel wordt uitgelegd alsof ‘Europa’ het opsluiten van terroristen verbiedt.
Voorbereiden moord niet strafbaar?!
Het is niet de eerste keer in de afgelopen maanden dat het Openbaar Ministerie het publiek maar half informeert en dat daardoor een onjuist beeld ontstaat van het Nederlandse strafrecht. Na de uitspraak in het onderzoek 26koper waarin de verdachten werden vrijgesproken van het voorbereiden van concrete liquidaties zocht het Openbaar Ministerie de media op. In het persbericht legt het Openbaar Ministerie het vonnis zo uit dat vrijspraak is gevolgd omdat niet duidelijk was wie geliquideerd moest worden. De rechtbank oordeelde echter dat niet duidelijk was dát er iemand geliquideerd zou worden, de goederen konden ook bestemd zijn voor een gijzeling, afpersing of bedreiging. Na dit persbericht riepen de officieren van justitie Henk Mous en Koos Plooij in het NRC op tot het strafbaar stellen van voorbereidingshandelingen voor moord. Dat is een gekke oproep, want dat is al strafbaar. Wat de officieren van justitie beoogden was het versoepelen van de bewijslast. Ik vrees echter dat het beeld dat straffeloos liquidaties kunnen worden voorbereid het beeld is dat blijft hangen en wellicht zelfs leidt tot nieuwe (symbool)wetgeving om dat ‘probleem’ aan te pakken.
Juist informeren
Waar een advocaat, zowel binnen als buiten de zittingszaal, slechts de belangen van zijn cliënt moet behartigen, dient het openbaar ministerie magistratelijk te zijn, zowel in als buiten de zittingszaal. Bij magistratelijkheid past een zekere nuance. Ik snap best dat de nuance niet altijd lekker uit de verf komt in de media en dat juridisch complexe zaken soms versimpeld moeten worden voor het grote publiek. Maar doen alsof het voorbereiden van een moord niet strafbaar is, of doen alsof een Syrië-ganger alleen met een veroordelend vonnis van de straat kan worden gehouden, is niet versimpelen, maar onjuist informeren.
In dit zogenaamde ‘post truth’ tijdperk, hoop ik dat het mediabeleid van het Openbaar Ministerie niet verder afglijdt naar dat van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Dat het imago van bikkelharde crimefighters niet boven feiten wordt geschaard. Ik zou kunnen putten uit de slogans van verkiezingscampagnes om een actuele oproep te doen aan het Openbaar Ministerie met betrekking tot hun mediabeleid. ‘Normaal. Doen.’ of ‘Het eerlijke verhaal’ zouden passend zijn. Maar liever spreek ik in dit geval de taal van politievoorlichter Elly Lust:
Openbaar Ministerie een beetje etherdiscipline graag!
Terug naar overzicht